26 februari 2024

U wil graag moeilijk doen? Dat kan ik ook…. Oftewel een verhaal over top service….

In de categorie “u wilt moeilijk doen? Dat kan ik ook!”…. 

Ik heb dus eindelijk- na 20 jaar- nieuwe eetkamerstoelen gekocht. Die mocht ik vandaag bij onze suffe nep woon-klus boulevard komen afhalen. Gelukkig zijn het er maar twee, want in een Peugeot 107 kan nu eenmaal niet zo heel veel, maar daar had ik over nagedacht, dus dat moest lukken…. 
Kom ik bij de winkel, is er in de buurt van de winkel zelf geen parkeerplaats te vinden, want hé, dit is de dichtstbijzijnde gratis parkeerplaats bij de binnenstad en carnaval begint al vroeg zullen we maar zeggen…. 
Kortom, ik moet m’n mini racemonster om de hoek neerzetten. 

Ik lever m’n papiertje in en de vrouw van de kassa komt met een doos aan (letterlijk) slepen, waar ik ruim in kan overnachten en niet kan tillen (als ik ook nog wat wil zien). 

Ik kijk om me heen en zie naast de kassa een platte kar staan en vraag haar: als ik u mijn rijbewijs als onderpand geef, zou ik dan even uw kar mogen gebruiken? “Nee, dat mag niet we hebben buiten karren staan die u kunt gebruiken”. “Heeft u dan misschien een muntje voor mij te leen, want ik heb alleen m’n pinpas bij me” “Er hoeft geen muntje in…” Ik kijk nog een keer naar die karren en zie toch echt kettingen ertussen en dus zeg ik: “Ok, geen muntjes als in de zin van ik kan er gratis een pakken?” “Nee, er moet 1 of 2 euro in” “Ok…. Zucht…. Als ik u mijn rijbewijs en telefoon als onderpand geef mag ik dan een 1 of 2 euro munt van u lenen, want ik heb alleen mijn pinpas bij me” “Nee, daar kan ik de kassa niet voor open doen.” “Wow… serieus?” “Ja, dat mag ik niet.” “Is er dan misschien iemand van uw collega’s die me zou kunnen helpen?” “Nee, die hebben pauze” “Wow, topservice, bedankt.” 

Inmiddels staat er een klant achter me. Ik kijk naar het rekje naast de kassa en grijp er een prul van 1,99 uit. “Deze graag, en graag het bonnetje” en betaal met mijn pinpas. De vrouw rekent af en overhandigt me het bonnetje. Ik neem het aan. 
Ik schuif het artikel met bonnetje terug naar haar en zeg: “ik wil dit artikel graag terugbrengen” 
De klant achter me begint te lachen. 
 
De vrouw kijkt me dom aan, maar haalt vervolgens een 2 euro munt uit de kassa. 
 “Tja, als u het dom wilt hebben, dan kunt u het dom krijgen, bedankt voor de service” en ik loop met 1 cent winst weg….. 

Nu nog even knutselen….


12 februari 2024

Gemeen, gemeen, gemeen!.... oftewel, wat een pech om Lesley te zijn....

Als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik geen fan ben van carnaval en dat dat een understatement is. Vroeger als kind vond ik het nog wel leuk, dacht ik, totdat ik in een gesprek met een familielid laatst te horen kreeg: "als we jou kwijt waren, dan zat je in de garderobe in een hoekje met een berg jassen over je heen, met je handen over je oren.', dus tja.... vond ik het leuk?

Ik denk van wel. Ik heb in ieder geval wel leuke herinneringen aan carnavals optochten kijken. Het helpt waarschijnlijk ook een hoop dat wij carnaval in Zuid-Limburg gingen vieren en daar bij de optochten van allerlei lekkers en leuks uit de wagens werd gegooid, dus het was ook een soort van sport om zoveel mogelijk snoep te verzamelen (wat dan achteraf niet te eten, zo vies, was). 

Ook heb ik leuke herinneringen aan feesten in zaaltjes met mijn ooms, tantes, neefjes en nichtjes. Maar wat mijn familielid zei zal ongetwijfeld toch wel kloppen, want ook toen al was ik niet zo heel goed in drukte en veel prikkels. 

Wat ik wel nog heel goed weet, is dat ik rond de pubertijd het irritant vond dat ik geen carnaval kon vieren met mijn vrienden en klasgenoten, omdat we in een ander deel van het land woonden en we traditiegetrouw nu eenmaal elk jaar naar Limburg gingen. Mijn zus en ik zeurden mijn ouders uren aan hun kop of we dit keer eens gewoon lekker thuis konden blijven, zodat we er ook eens bij hoorden. En jawel, we bleven thuis. 

Eén optocht en één limonadebal verder, smeekten we of we de volgende dag alsjeblieft een échte optocht konden gaan kijken en zo vertrokken we die avond weer terug naar Limburg. 

Maar toen mijn neefjes en nichtjes wat ouder werden en carnaval meer en meer met hun vriendengroepen gingen vieren, die ons uitlachten omdat we nu eenmaal geen dialect spraken, werd het minder leuk en uiteindelijk kreeg ik een hekel aan carnaval, snapte niet wat ik daar ooit leuk aan had gevonden en ben ik er nooit meer heen gegaan. 

De Jongste Puber in mijn hoofd heeft ooit van lieve vrienden een Pikachu pak gekregen (nou ja, eigenlijk ik, maar dat is al gauw door hem geconfisqueerd) en dat wil hij dolgraag ook buiten aan, maar dat mag van Oudste Puber (en mij!!!) natuurlijk niet, want "hé, hallo, voor schut, je wéét toch, dahah!"

Maar één keer per jaar wordt Jongste Puber gelukkig, want met carnaval loopt iedereen 'voor schut' buiten en dan mag hij dat dus ook! Dus als Woonbegeleider komt (die ernstig besmet is met het carnavalsvirus), dan wordt er braaf een rondje gewandeld in Pikachu of Minion pak en is Jongste Puber gelukkig.

Dit jaar had Woonbegeleider ons 'warm' gemaakt voor een zogeheten 'lampjes optocht'. We houden dan nog steeds wel niet van drukte en carnaval, maar lampjes..... dat is toch wel té aantrekkelijk. En dus besloten we om het te gaan proberen. 

Ruzie in mijn hoofd, tussen Jongste Puber en Oudste Puber over of we nou wel of niet het pak aan mochten, of dat we dan alsnog 'voor schut' gingen en dus werd Woonbegeleider geappt om de ruzie op te lossen. Toen die niet online leek te zijn, werd de vraag aan Carnaval vierend Wandelmaatje voorgelegd. En gelukkig belde Woonbegeleider later nog even om te bevestigen wat Wandelmaatje ook al gezegd had: Jongste Puber kon rustig zijn Pikachu pak aan doen, maar het hoefde niet persé het was allebei prima, met of zonder. 

En dus gingen we in ons Pikachu Pak in de auto, in de regen, in het donker, naar een dorpje waar we de weg niet echt kenden. Maar dat ging allemaal goed. We liepen braaf achter andere verklede mensen aan en stelden ons op langs de route...

Jongste Puber gelukkig als Pikachu, Oudste Puber mokkend omdat hij zich voor lul voelde staan, ikzelf mijn best aan het doen om niet al vóór het begin overprikkeld te raken (en dus hardop steeds hetzelfde deuntje neuriënd...) en Lesley..... die keek haar ogen uit. 

Naast ons stond een hond met een berenpak, dus Lesley waande zich in de zevende hemel!

We verplaatsten ons naar een iets strategischere plek en stonden naast een schattig (niet verkleed) meisje, dat ongeveer even groot en oud was als Lesley zelf....

De optocht begon, meer mensen, meer bewegende lampjes, meer (harde) muziek. Iedereen keek zijn (mijn) ogen uit en ik moest alle zeilen bij zetten om niet in paniek te raken en weg te rennen. 

Al gauw kwam er een groep langs die snoepjes uitdeelden. En uiteraard kreeg het schattige meisje naast ons haar handen volgestopt. Lesley keek ernaar zei niks, zei (intern) heel blij: "hond is beer!" en het feest ging verder. De groep en wagen van Woonbegeleider kwam langs. Hij zag ons, kwam even hoi zeggen, met een 'lampjesstok' (Lesley vond hem maar eng met een bril en een biertje, maar die stok.... die was toch wel heel leuk!). Jongste Puber en Oudste Puber vonden het cool dat Woonbegeleider ze gezien had en ik kreeg op de vraag 'Enne?' (wat je kunt vertalen als: hoe is het, wat vind je ervan, joh, het is je gelukt enz.) er alleen maar uitgepiept 'druk hier'.

Anyway, Woonbegeleider moest weer door, en daar kwam wederom een groep met snoepjes voor het schattige meisje naast ons. Lesley keek en zei (intern) iets minder blij: "hond is beer!". Toen de volgende wagen ook nog zo'n zelfde lampjes stok als Woonbegeleider had uitdeelde en deze voor de ogen van Lesley in de handen van het schattige meisje duwde, kwam er alleen nog maar (intern) "hond" uit.

Gelukkig (voor mij) was het niet veel later afgelopen en zocht ik mijn weg terug naar de auto, waar ik eerst even een kwartiertje moest ontprikkelen (lees: keihard janken) voor ik veilig op weg naar huis kon. Jongste Puber en Oudste Puber hadden het hoogste woord en waren laaiend enthousiast, Lesley was stil.... 

Eenmaal thuis viel ik doodmoe in slaap. Maar na een paar uur werd ik wakker van een hysterisch huilende Lesley. Alle knuffels in bed gehaald om de hysterie wat te temperen en een gesprek mogelijk te maken in een poging erachter te komen wat er aan de hand was. Het antwoord was: "ik wil niet meer Lesley zijn!"

Oh jee, die hadden we nog niet gehad, dus met een slaaphoofd even schakelen en de juiste vragen zoeken/bedenken. 

Waarom niet?
L:"Lesley zijn is niet leuk!"
Waarom is Lesley zijn niet leuk dan?
L: "gemeen, gemeen gemeen!"
Wat is er precies gemeen?
L: "Lesley wil ook!"
Ehm, wát wil jij ook?
L: "zwaard met lampjes en snoepjes en beerhond. Maar Lesley krijgt NI-HIKS! Gemeen, gemeen, gemeen!"

Ja... en daar kan ik weinig op zeggen, want het is ook gemeen als niemand je kan zien en niemand weet dat jij er ook bent en ook graag net zo'n mooie lampjes stok als Woonbegeleider had, had willen hebben en dat jij snoepjes óók lekker vindt.

Life is unfair.
Wat een pech om Lesley te zijn!

foto: eigen maaksel, leukste wagen
in de lampjesoptocht 😉




8 december 2023

Even bijtanken…. Oftewel: wat een week.

Pfff…. Het was me het weekje wel. En ik merk dat ik het echt even moeilijk heb momenteel. 

Afgelopen maandag mocht ik m’n nieuwe paspoort ophalen en dat was voor mij op zich een feestelijk moment. Met dat paspoort kon ik ook door naar de oranje gekleurde bank om mijn rekening weer van mij te maken, want dat kon alleen in persoon, in het (enige) kantoor hier in de stad. 

Maar daar zat een medewerkster die me heel duidelijk liet weten dat zij mijn verzoek totale onzin vond en helaas heeft ze meer energie gestoken in mij dat duidelijk te maken dan in haar werk daadwerkelijk uit te voeren, want nog steeds staat m’n bankrekening op ‘mevrouw’, terwijl dat juist hetgeen was wat ik kwam veranderen. 

En hoewel ik dacht dat ik nu onderhand best wel wat gewend was en dat ik inmiddels best een stuk beter met dit soort bullshit kan dealen, was ik echt compleet van de kaart na dat bezoekje. Niks geen feestje, maar me behoorlijk klote voelen. 

Het liefst stap ik over, maar dat levert nog meer ‘regel’ zaken op en juist dat geregel geeft me mega veel stress. Maar terug gaan naar dat kantoor en wederom de strijd aan moeten gaan om m’n gegevens goed aan te laten passen, krijg ik nu ook even niet voor elkaar. Kortom…. Dat schiet niet op.

Het feit dat er momenteel (al weken) dagelijks een boel bouwvakkers in, om en op mijn woning lopen, die in mijn ogen extreem vroeg beginnen (7.30u) helpt ook niet echt mee. 

Nou slaap ik normaal gesproken al niet zo goed en niet zo veel, maar nu haal ik amper drie uur per nacht. En zonder genoeg slaap vind ik het leven altijd een stuk ingewikkelder dan het eigenlijk zou moeten zijn. En daar heb ik vandaag even heel veel last van.

Ik ben moe…. Doodmoe eigenlijk. En dat maakt me wiebelig en dat is in deze tijd van het jaar niet zo handig want ik vind december altijd ingewikkeld en het is doorgaans de maand waarin ik onderuit ga.

En dat wiebelige maakt dat ik enorm baal van mezelf. Ik vind namelijk oprecht dat ik het super goed doe momenteel en daar ben ik ook écht trots op (en als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik dat zelden van mezelf zeg en vind), maar als één zo’n klein dingetje me dan toch weer zó onderuit kan halen, dan krijg ik het gevoel dat ik mezelf overschat. Dat ik het helemaal niet zo goed doe als ik zelf denk, of dat ik helemaal nog niet zo goed kan dealen met dingen als ik mezelf wijs wil maken. Kortom, dat ik en alles aan mij fake is.

Ik weet ook wel, als ik probeer om van een afstandje te kijken, dat het niet maar ‘één klein dingetje’ is, maar dat er een heleboel ‘dingetjes’ tegelijkertijd op me afgevuurd worden. Dat ik de hele dag lawaai en mensen om me heen heb, waardoor ik de hele dag door overprikkeld ben en nauwelijks tijd krijg om af te schakelen. Mijn brein krijgt momenteel geen rust en dat maakt me even extreem kwetsbaar.

Ik ben bezig met gro(o)t(s)e stappen in m’n leven, waarvan de mensen om me heen blijkbaar die grootsheid niet kunnen zien, voelen of begrijpen. En dat maakt me verdrietig en eenzaam want in je eentje iets zó groots vieren is toch een beetje sneu en voelt niet als een feestje.

Kortom…. Vandaag voel ik me verdrietig, alleen en ben ik doodmoe. En toen de laatste bouwvakkers vanavond van het dak af kwamen, in hun busje stapten en de straat uitreden, keek ik ze met tranen in m’n ogen na.

Eindelijk weekend. Eindelijk bijtanken.


Foto: internet



1 december 2023

Hiep hiep hoera! ….. oftewel: een klein feestje.

Vandaag vier ik een klein feestje. Ik zit vandaag namelijk precies één jaar aan de testosteron. 

Ik zie me nog zitten daar in het restaurant van het VUMC na mijn afspraak met de endocrinoloog. Ik was zó teleurgesteld! Ik wilde namelijk heel graag de injecteerbare vorm van de hormonen hebben, maar om medische redenen mocht dat op dat moment niet, daarvoor moest ik eerst nog wat onderzoeken ondergaan. Maar ik mocht wel starten, met smeerbare testosteron. En dat was stiekem toch een beetje een teleurstelling en in plaats van superblij, was ik een beetje verdrietig. En dus zat ik daar met mijn flesje troostcola, mijn flesje androgel (=testosteron) en goed en lief gezelschap.

De reden dat ik toen niet blij kon zijn met de androgel kwam, naast het feit dat ik doodmoe was, doordat het begrip ‘gel smeren’ in mijn hoofd volledig onlogisch was. Als je een pil neemt, dan zit daar een bepaalde kant en klare, afgepaste hoeveelheid werkzame stof in. Als je een spuit zet, dan zit daar (mits je het goed doet) ook een afgepaste, hoeveelheid werkzame stof in, maar in gel???
Mijn brein kon dat niet bevatten: hoe dan??? Die gel zat in een pompje, zoals een zeeppompje en ik weet niet hoe andere mensen omgaan met zeeppompjes, maar bij mij kwam daar toch echt maar zelden dezelfde hoeveelheid zeep uit. 

Maar goed, dit was wat het was, ik zou het voorlopig met de gelversie moeten doen, en het goede nieuws was dat ik toch gewoon mocht/kon starten. Dus tegen de tijd dat ik terug thuis aan kwam, was m’n teleurstelling al wat gezakt en was ik vooral moe en blij. Soms heeft het blijkbaar dus ook een voordeel als je 3,5u in het openbaar vervoer moet zitten voor een (enkele reis) ziekenhuisbezoekje.

Maar goed, ik mocht beginnen en dat deed ik dus ook.
Al gauw (na een paar dagen) begon ik een aantal dingen op te merken. En het kan natuurlijk zijn dat dat gewoon tussen mijn oren zat, maar ik merkte dat mijn brein rustiger was. Het constante piekeren/nadenken wat ik al mijn hele leven deed, verdween naar de achtergrond en dingen leken minder belangrijk te worden. Nou ja, minder belangrijk om me druk om te maken. Soms hoorde ik vrienden en bekenden vertellen en discussiëren over dingen, waar ik me voorheen vast ook druk om had gemaakt, maar ik merkte dat ik hen niet meer begreep. Het kwam niet eens in me op, dat ik me hierover druk had kunnen maken! En dat was echt een heerlijk gevoel.

Al gauw kwamen er ook andere veranderingen: overal (maar dan bedoel ik ook echt overal) begon haar te groeien. Mijn stem ging vrij snel omlaag, mijn libido en eetlust juist omhoog en er veranderde vanalles aan en in mijn lichaam.

Op een gegeven moment veranderden mijn spieren iets te snel, waardoor ik in de problemen raakte. Ik kon een tijdje niet meer lopen omdat mijn spieren te strak stonden en dat ontzettend pijnlijk was, maar ook dat ging weer over.

Wat ik heel sterk merk, is dat het veranderen en groeien, in een soort van golven gaat, die elkaar afwisselen. De eerste weken veranderde alles tegelijk, maar na een tijdje merkte ik echt dat dan mijn stem weer een ‘groeispurt’ had, dan mijn spieren, dan weer de haargroei en zo nog wat dingetjes. 

Ik vond (en vind) het ook fascinerend om te zien in welke volgorde op je lijf je haar bijvoorbeeld gaat groeien. Tijdens je eerste puberteit ben je je daar volgens mij allemaal niet zo bewust van. Ik was dat in ieder geval niet. Toen ging het allemaal ook veel langzamer. Maar nu valt me dat dus wel op. En ik merk dat ik daar ook heel enthousiast van kan worden, maar dat mijn omgeving meestal niet zo op mijn gedetailleerde verslaglegging van dit fenomeen zit te wachten. 

Toen mijn onderlijf ging veranderen (zoek dat zelf maar even op) en mijn libido toenam, kwam ik erachter dat ik misschien toch helemaal niet zo aseksueel was als ik altijd gedacht had. Er ging in ieder geval een geheel nieuwe wereld voor me open. Maar met dat gegeven kwam mijn hoofd een beetje in de knoei. 

Waar beide pubers in mijn hoofd altijd in de fase ‘ieuw bah, seks is vies’ hadden gezeten, werd de oudste puber ineens nieuwsgierig en ging op ontdekkingstocht, waardoor hij compleet de kluts kwijtraakte. Het feit dat hij de kluts kwijtraakte vond ik lastig om mee om te gaan, maar ook het feit dat mijn stemmen al die jaren dezelfde leeftijd waren gebleven en zich ‘niet verder ontwikkelden’, maar dat één van hen nu ineens het een en ander versneld in ging halen, was een nieuwe ervaring voor mij, die ik best ingewikkeld vond.

En dan ineens ben ik een jaar verder. Het jaar is omgevlogen en het was psychisch en emotioneel gezien misschien wel het rustigste jaar van mijn leven. Natuurlijk is de testosteron geen oplossing voor al mijn psychische kwetsbaarheden, maar ik weet absoluut zeker dat het wél degelijk een grote rol speelt in mijn verbeterde mentale gezondheid van het afgelopen jaar. Ik ben rustiger, kan beter relativeren, maak me niet meer om alles en iedereen druk. Ik denk dat ik met enige zekerheid kan beweren dat testosteron ervoor zorgt dat je op een andere manier denkt. Uit opgedane ervaring durf ik te beweren dat een testosteronbrein veel simpeler werkt en denkt dan een niet testosteronbrein.

Een jaar waarin er dus heel veel veranderd is. *
Die grootste veranderingen zijn niet de dingen die het meest in het oog springen: een mannelijker lijf, een lagere stem, de baardgroei enzovoort. De grootste verandering voor mij zit hem in het feit dat ik me nog nooit zo goed gevoeld heb in en met mijn lijf. Ik heb een rust die ik nooit eerder (voor langere tijd)  had. Ik voel me een stuk gelukkiger dan ik me ooit gevoeld heb en voor het eerst sinds de basisschool ben ik blij dat ik leef en wil ik niet meer dood. 

Natuurlijk moet er nog één ding gebeuren om me nóg fijner te gaan voelen. Hetgeen waar ik al ruim 30 jaar op wacht: die ‘krengen’ (lees: borsten) moeten eraf, maar ook die stap komt er eindelijk (bijna) aan. 

Vandaag zit ik dus één jaar aan de testosteron.
Ik kwam voor het eerst thuis bij mezelf.
Geluk zit blijkbaar in een klein pompje gel….

* en dan laat ik het feit dat ik nu officieel, juridisch gezien ‘Mick’ heet en ‘man’ ben voor het gemak maar even buiten beschouwing…






16 november 2023

Nog één nachtje slapen….

Nog één nachtje slapen en dan is het zover. Dan wordt mijn naam en geslacht officieel gewijzigd. En hoewel het eigenlijk een simpele kwestie is van wat lettertjes veranderen, is het voor mij toch eigenlijk wel een big thing!

De afgelopen week kon ik niet zo goed voelen of benoemen of dit nou een goed 'thing' was of niet en ook nu op dit moment weet ik dat nog steeds niet zo goed. Het voelt in ieder geval als een noodzakelijk 'thing'.

Morgen verandert de door mij zo gehate 'v' op mijn paspoort (nou ja, morgen op mijn geboorte akte, maar daardoor wat later dus ook op mijn paspoort) in een 'm'. En hoewel ik heel blij ben dat het dadelijk niet meer een 'v' is, merk ik ook dat ik niet zeker weet of dat die 'm' 100% op z'n plek is en dus goed voelt. 

Één ding weet ik al die tijd wel heel zeker: ik voel me zeker geen vrouw, maar ik voel me ook niet echt een man. Ik ben dan wel al ruim elf maanden aan de testosteron en hoewel ik de veranderingen die dat met zich mee brengt heerlijk vind en daar oprecht blij mee ben, heb ik toch ook het gevoel dat ik nooit helemaal een man zal zijn.

Dat hoeft van mij ook niet, ik ben namelijk gewoon mezelf: Mick. Dat ben ik vandaag en dat zal ik morgen na mijn afspraak bij de gemeente ook nog zijn. Daar is niks mis mee. 

Het liefst zou ik een 'x' willen in mijn registratie (en nog liever helemaal geen registratie), maar het verkrijgen van die 'x' is in Nederland nogal een dingetje. En stel dat het je lukt om (via de rechter) een 'x' te krijgen, dan is onze maatschappij (en die van de meeste landen om ons heen) daar nog niet echt op voorbereid. 

De reden waarom ik van 'lettertje' wil veranderen, is om minder dysforie te ervaren. Mevrouw levert mij namelijk acuut buikpijn, verdriet en een hoop boosheid op (=dysforie), gewoon omdat ik aan alles voel dat het niet klopt. Een beetje als wanneer ik met mijn linkerhand moet schrijven, terwijl alles in mij voelt dat ik rechtshandig ben! Bij meneer maakt mijn hart een huppeltje (=euforie). Kortom, hoewel ik het gevoel heb dat die 'm' ook niet helemaal klopt, levert het me minder stress op dan de 'v' doet.

Die 'x' zou voor mijn gevoel het meeste kloppen, maar omdat de maatschappij daar nog niet zo op ingesteld is, zou dat met zich meebrengen dat je telkens opnieuw aan de telefoon moet hangen (=stress), dingen moet uitleggen (=stress), en eigenlijk continu aan het vechten bent (= nog meer stress). Vechten om te mogen zijn wie je bent, vechten om te mogen bestaan. Tja, en dat laatste punt (vechten voor bestaansrecht) is eigenlijk al ruim 40 jaar een thema in mijn leven, daar ben ik moe van en daar wil ik vanaf. Dus voor nu kies ik voor datgene dat mij de minste stress en dysforie oplevert: de 'm'.

Maar met het veranderen van dat lettertje veranderen er van de ene op de andere seconde een hoop dingen:

  • ineens ben ik dan geen hetero meer maar homo (niet dat dat wat uitmaakt verder)
  • ineens mag ik 5x bloed geven in plaats van 3x (blijkbaar kan mijn bloed straks lezen)
  • ineens moet ik meer gaan betalen voor bepaalde verzekeringen.
  • ineens ben ik een 'viezerik' als ik in een speeltuin vriendelijk lach of praat tegen een kindje.
En zo kan ik er nog wel een paar opnoemen. 

Voor de meeste mensen is het maar een lettertje en dus iets kleins. Voor mij is dat lettertje (gevoelsmatig en in de praktijk) iets heel groots. 
Nog één nachtje slapen....

foto: internet


25 oktober 2023

Op bezoek bij de plaatselijke Vampier…..een verhaal over sociale voelsprieten of juist het gebrek daar aan…

Goed…. Vandaag mocht ik dan voor het eerst bloed doneren bij de bloedbank. En ik heb mijn portie ongepaste vragen en opmerkingen voor vandaag wel weer gehad. Misschien zelfs wel voor de komende week. 

En wat ik daar misschien wel het allerergste aan vind, is dat ze afkomstig zijn van de arts waar je vooraf je bloeddruk en hb gehalte moet laten meten. 

Blijkbaar hebben ze (of in ieder geval deze persoon) vast een hoop medische kennis, maar weinig tot geen mensenkennis, empathie, voelsprieten of common sense. 

Ik snap best dat als je een trans persoon in het wild tegen komt dat je een zekere nieuwsgierigheid hebt en dat er allerlei vragen door je kop schieten. Dat heb ik ook iedere keer dat ik een marsmannetje zie. Maar dat betekent nog niet dat je al die vragen ook op me af moet vuren. 

Ik begrijp bijvoorbeeld niet zo goed waarom je wil weten welke geslachtsorganen ik heb, als ik mijn geboorte geslacht (want dat staat nog op mijn ID en dat is bij bloeddonatie leidend) op het formulier heb ingevuld dat je voor je neus hebt liggen. Hoe is dat relevant voor waar ik voor kom: bloed doneren. Ga je dat bloed soms uit mijn geslachtsorganen halen? Laat het me weten, want dan ren ik nu nog weg! 

Is het voor jou belangrijk om te weten hoe ik dan seks heb, als ik de vragen op het formulier die over de ‘gevaren’ omtrent seks mbt bloed donatie al ingevuld heb? (En nee, deze vraag van de arts verwees niet naar die specifieke vragen op het formulier maar was pure sensatie/nieuwsgierigheid).  

Waarom zou ik van adres moeten veranderen als ik van geslacht wijzig, omdat ‘mensen zoals ik’ dat in het land waar jij gewoond hebt, dat moeten doen, maar heb je verder geen idee over de homo/transfobische kant van dat land? 

En ok dit was een cultuur dingetje ipv een nieuwsgierigheid want in het land waar je oorspronkelijk vandaan komt bestaan er ‘alleen maar mannen en vrouwen en geen mensen zoals ik’. Maar je mag je afvragen waarom er dan zoveel lhbtiq+ vluchtelingen uit jouw land hier (en elders) asiel aanvragen.  

Zo volgden er nog een paar vragen en opmerkingen, een enkele ook niet trans gerelateerd, maar wel vol oordeel. 

En toen ik vervolgens enigszins verbaasd en verward in de stoel lag te wachten om aangesloten te worden door de daadwerkelijke vampier, kwam je me nog eens expliciet vragen of ik geen sex ‘als man’ had gehad. 
Wat je daar dan precies mee bedoelde heb ik maar even niet gevraagd, ik was het helemaal beu en ik heb de vragen die relevant waren naar waarheid ingevuld op je formulier daar moet je het maar mee doen. 

Die vampier was overigens een andere zeer vriendelijke medewerker die erg haar best deed om me op mijn gemak te stellen en me vroeg of ik erg zenuwachtig was. 
Ik antwoordde haar naar waarheid, dat ik tegen het gesprek met de arts het meeste op zag en ze vroeg me waarom. 

Ik legde uit wat er zojuist gebeurd was en gaf een aantal voorbeelden zoals hierboven en ze gaf aan dat dat inderdaad niet zo gepast was. Of ik daar wat mee wilde, of ik het gesprek met de arts aan wilde gaan? Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat je hier met een rotgevoel weggaat. Maar ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat ik van zo’n gesprek nog veel meer van stuur zou zijn, dus dat heb ik (voor dat moment) maar even niet gedaan. 

En nu kan iedereen denken, vinden en roepen dat ‘wij regenboog mensen’ altijd nogal snel op onze (al dan niet aanwezige) pik getrapt zijn en dat het ook nooit goed is. 
Dat kan, dat mag. 

Misschien is dat ook wel zo, al denk ik dat dat best meevalt. En als het wel zo is, dan compenseren wij qua ‘overgevoeligheid’ misschien mensen zoals deze arts die geen enkele vorm van sociale voelsprieten blijkt te bezitten. En geloof me, er zijn bedoeld of onbedoeld, veel meer personen zoals deze arts. 

Gelukkig zorgde de ‘vampier’ en de rest van de medewerkers er toch nog voor dat het verder een prettige ervaring was. Maar boy, oh boy, wat kijk ik uit naar het moment waarop ik niks meer hoef uit te leggen en mijn paspoort gewoon klopt….. 

Nog even….



16 oktober 2023

Leven op de rand van een mijnenveld...oftewel: een verhaal over ptss

Als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat ik in mijn leven best wel wat dingen heb meegemaakt. Dingen die ik beter niet had kunnen meemaken. En als je me nog beter kent, dan weet je dat ik daar in mijn huidige volwassen leven, nog steeds best wat last van heb.

Dat ik stemmen hoor die anderen (schijnbaar) niet kunnen horen, zou inmiddels echt geen geheim meer moeten zijn. En als je mijn boek gelezen hebt, of gewoon hier al langere tijd mee leest, dan zou het ook geen nieuws moeten zijn, dat die stemmen veel te maken hebben met de dingen die ik mee maakte, mijn trauma's. Maar dat is niet het enige waar ik vandaag de dag nog last van heb. 

Waar ik het niet zo vaak over heb, zijn de nachtmerries, de flashbacks en de herbelevingen. Ik heb het er niet over, niet omdat dat geheim moet blijven, maar vooral omdat het niet de leukste verhaaltjes oplevert (niet dat dat moet, maar toch, ik ben er ook niet op uit om anderen te traumatiseren met mijn schrijfsels). En zelfs als ik heel goed en hard nadenk over hoe ik zoiets inhoudelijk nou in een blog-proof jasje zou kunnen gieten, dan weet ik daar niet zo één, twee, drie een antwoord op. En dus heb ik dat nog nooit/zelden gedaan. En ook vandaag zal ik dat niet doen. 

De laatste weken/maanden heb ik extreem veel last van nachtmerries en flashbacks. Ik noem dit overigens doorgaans 'filmpjes'.  Normaal gesproken zijn ze er ook wel, maar dan is het 'redelijk hanteerbaar', dan voelt het alsof ik er op de een of andere manier een soort van controle over heb (wat een illusie is, maar toch). Iets met (letterlijk) ademhalen en doorgaan. Maar er zijn periodes waarin dat niet meer zo makkelijk gaat als dat ik het zojuist opschreef. En dit is dus zo'n periode.

Het vreemde is dat het begon met één specifieke trigger, oftewel iets wat de herinnering uitlokt. Zo'n trigger kan van alles zijn: een beeld, een geur, een geluid, een gevoel, een voorwerp, een persoon noem maar op. In mijn geval was het dit keer de combinatie van een vlieg en een spin. De details van het filmpje zal ik jullie besparen, die zijn ook niet zo belangrijk voor wat ik wil vertellen. 

Deze twee beestjes zorgden er in een nano seconde voor dat ik niet meer de volwassen Mick was, maar dat ik ongeveer zes jaar oud was. Op dat moment bestaat de volwassen Mick niet meer, de huidige omgeving waarin ik leef niet meer, maar alles wat ik zie, hoor, ruik en proef is de wereld waarin die zes jarige Mick die dit voorval meemaakte toen leefde. En voor het eerst in hele lange tijd bevroor ik en kon ik hier niet meer uit mezelf uitkomen, wat (voor mij) betekent dat ik een boel tijd kwijt raakte (een paar dagen). 

Die triggers zijn irritante dingen, ze zijn namelijk overal en altijd. Je hebt er die heel duidelijk aanwezig zijn en die min of meer voorspelbaar zijn. Deze vind ik persoonlijk het 'fijnst' omdat je je op deze enigszins kunt voorbereiden en ze zelfs soms kunt vermijden. Maar uiteraard is dat echt niet altijd mogelijk en werkt het ook écht niet altijd zo simpel en perfect als ik het net schreef, want het nare van dat hele ptss gebeuren is het onvoorspelbare karakter.

Er zijn echter ook triggers die verborgen zijn, die je niet kunt zien aankomen, die je niet kunt voorspellen en waarvan je misschien niet eens weet dat ze een trigger zijn. En ik merk dus de laatste tijd dat dat er stiekem een heleboel zijn. Overal in mijn leven duiken ineens onverwacht allerlei triggers op, ook als die er voorheen in dezelfde plaats en situatie nog niet waren. En dat is erg naar (understatement of the year).

Ik vroeg me af hoe ik aan mijn hulpverleners of andere mensen in mijn omgeving kon uitleggen hoe het momenteel voor mij voelt en werkt. En ik geloof dat de volgende vergelijking wel redelijk in de buurt komt. 

Voor mij (en dit is dus puur persoonlijk en niet voor iedereen met ptss geldend) voelt het hebben van ptss een beetje als leven op de rand van een mijnenveld. Je balanceert in je dagelijkse leven op die rand en dat gaat meestal goed. Maar soms gebeurt er iets, bijvoorbeeld slaapgebrek, of een zuchtje wind (tegenslag), waardoor dat balanceren niet meer zo soepel gaat, je je evenwicht verliest en je over de rand kukelt het mijnenveld in. 

Terwijl je het veld in kukelt land je op een mijn, die onmiddellijk ontploft (flashback), maar die jou zelf niet vernietigt. Maar de scherven van de mijn, komen elders in het veld terecht en landen op een andere mijn, die ook ontploft (volgende flashback), weer scherven de lucht in blaast die weer landen... enzovoorts. 

En terwijl jij in dat veld beland bent en ziet hoe al die mijnen één voor één ontploffen durf je je niet goed meer te bewegen omdat je bang bent dat je weer op een volgende voor het oog onzichtbare mijn trapt. Misschien beweeg je ook wel niet in de hoop dat als je maar lang genoeg stil blijft zitten/staan, dat alle rondvliegende scherven ervoor zorgen dat er uiteindelijk geen mijn meer over is die nog kan ontploffen en je met een gerust hart veilig het veld uit kunt stappen omdat er geen 'ontploffingsgevaar' meer is. 

Ik denk dat dit beeld, van een mijnenveld, wel redelijk goed weergeeft hoe ik mijn ptss in dit soort periodes beleef. Nogmaals, dit is MIJN ervaring en hoeft niet voor iedereen met ptss zo te zijn. Geen mens is immers hetzelfde en iedereen beleeft dingen op diens eigen manier.
Maar ja, ik weet gelukkig natuurlijk niet precies hoe een écht mijnenveld eruit ziet en hoe dat werkt....

Wat ik wel zeker weet is dat ik hoop dat dit heel snel minder wordt, want ik vind het uiterst vermoeiend. 

foto: gevonden op internet